Het Max Planck Instituut in het Duitse Greifswald heeft laten weten dat een serie experimenten met de kernfusiereactor Wendelstein 7-X, waarbij de wand van het vat is bedekt met tegels van grafiet, positief zijn verlopen. Er zijn recordwaarden voor dit specifieke type kernfusiereactor gehaald.
De resultaten van de recente serie experimenten bevestigen volgens de onderzoekers van het Duitse instituut de theoretisch voorspelde eigenschappen van de plasma's die in de Wendelstein 7-X-stellarator worden geproduceerd. Het ontwerp van het magnetisch veld, dat het hete plasma in bedwang moet houden, presteerde naar behoren. De gekronkelde binnenkant van het vacuümvat is door het gebruik van tegels van grafiet in staat om hogere temperaturen en langere plasmaontladingen te weerstaan.
Professor Sunn Pedersen is erg optimistisch, omdat de waarden die zijn gemeten heel goed zijn voor de grootte van Wendelstein 7-X. Bovendien zijn de resultaten behaald onder realistische omstandigheden, dat wil zeggen: bij hoge temperaturen van de plasma-ionen. Ook de tijdsduur van de energieopsluiting, waarbij het hete plasma met magneten als het ware in bedwang wordt gehouden en zodoende niet de wand kan raken, was volgens hem met 200ms goed te noemen. Dit is volgens hem een indicatie dat het concept van de Wendelstein 7-X-stellarator en de optimalisaties werken.
Er zijn plasma's geproduceerd die 6 seconden binnen het magneetveld van de reactor bleven; op dit moment wordt er gewerkt om dit op te voeren naar 26 seconden. Tijdens de eerste waterstofplasma die in begin 2016 in de reacor werd gemaakt, bleef het plasma niet langer dan een seconde bestaan. Nieuwe plasma-experimenten volgen in juli, waarbij er in augustus weer een grote uitbreiding volgt: De tegels van grafiet worden vervangen door componenten die met koolstof zijn versterkt en watergekoeld zijn. Dat moet ontladingen mogelijk maken van 30 minuten. Zodra dat mogelijk is, kan definitief worden geverifieerd of Wendelstein 7-X voldoet aan de eigenschappen die worden verwacht op basis van de optimalisaties.
Wendelstein 7-X is een zogeheten stellarator, terwijl de experimentele kernfusiereactor in Frankrijk, genaamd ITER, een zogeheten tokamak is. Bij een stellarator is het reactorvat een soort gekronkelde, om zijn as gedraaid wokkel, terwijl het reactorvat bij een tokamak een symmetrische, vloeiende donutvorm heeft. Tokamaks worden het meest gebruikt en zijn door de simpele vorm relatief eenvoudig om te bouwen. Een stellarator is veel lastiger te maken, maar heeft wel het voordeel dat er veel minder stroom nodig is om het plasma op zijn plaats te houden. Bovendien is er meer wandoppervlak om de enorme hitte van het plasma te kunnen afvoeren.
Bij kernfusie draait het om het samensmelten van waterstofatomen. De temperatuur van het plasma kan bij een kernfusie oplopen tot 150 miljoen graden Celsius. Plasma is naast vast, vloeibaar en gas de vierde aggregatietoestand; het betreft een fase waarin de atomen hun elektronen zijn kwijtgeraakt, waarna de atoomkernen ioniseren. De magneten beschermen de reactorwand tegen het hete plasma, maar de uitlaat de reactor, een divertor, komt echter wel direct in aanraking met plasma. Daardoor moet deze bestand zijn tegen een bombardement van geladen deeltjes en de enorme hitte. Het is uiteindelijk de bedoeling dat de warmte die de uitlaat afvoert, wordt gebruikt voor de energieopwekking.